woensdag 8 september 2021
De Regionale Energie Strategie en innovatie. Voortschrijdend inzicht?
In het klimaatakkoord is de ambitie vastgelegd dat Nederland in 2050 vrijwel geen CO2 meer zal uitstoten. Om dit te bereiken is onder anderen de Regionale Energie Strategie (RES) opgezet. Nederland is verdeeld in dertig regio’s. Deze gebieden moeten onafhankelijk van elkaar plannen ontwikkelen om op eigen grond in hun energiebehoefte te voorzien. Energiebesparing en lokale opwek is het doel. Op dit moment komen voor lokale opwek van energie alleen zonnepanelen en windturbines in aanmerking.
Als gemeente mag geen elektra worden aangekocht uit bijvoorbeeld een windpark of waterkrachtcentrale in Noorwegen, wat enerzijds voor ons landschap wel beter zou zijn en anderzijds ook efficiënter: immers de opwek is dan daar waar die het meest optimaal plaats kan vinden. Hier hebben we de grond door de grote bevolkingsdichtheid hard nodig voor natuur, landbouw en huisvesting! Het vreemde is dat grote bedrijven wel deze contracten kunnen aangaan en daarmee heel wat groene stroom claimen.
GGS, Concept RES en de uitvoering
Ongeveer een jaar geleden heeft ook de gemeenteraad van Soest ingestemd met de concept-RES. Vervolgens is het college aan de slag gegaan met het opstellen van plannen. Deze plannen zijn in juni aan de raad gepresenteerd. GGS kon niet instemmen met het plan de ‘spoorwegdriehoek’ (het stuk polder achter de waterzuivering, gelegen tussen de spoorweg Baarn-Den Dolder en Amsterdam-Amersfoort) om te toveren tot zonneweide. Dit plan staat haaks op het coalitieakkoord, waarin is vastgelegd dat de polder niet zal worden benut voor het opwekken van energie.
De coalitiepartners stemden tegen; D’66 en de VVD schoorvoetend. Ook een deel van de oppositie was tegen.
Wat niet weet, wat niet deert
Argument om dit deel van de polder te bestemmen als zonneweide was dat het, gelegen achter de spoordijken, niet zichtbaar zou zijn voor de inwoners. Contrasterend met dit gezichtspunt werd ook weer gesteld dat het ‘mooi’ moest worden, zodat het door de treinreizigers (die er wel op kunnen blikken) als een kunstwerk zou worden ervaren!
Bij dit soort ideeën blijkt dat we nog een lange weg hebben te gaan. Het gaat namelijk totaal uit van de beleving van de mens, terwijl we om de aarde duurzaam te bewonen juist ook rekening moeten houden met het andere leven op aarde. Want al zie je dan het zonneveld niet, het verwoest het bodemleven, verstoort mogelijk de (kwel)waterloop in dit gebied, leidt tot hittestress, tast de biodiversiteit aan en jaagt de tuiniers uit hun volkstuinencomplex.
Het lijkt een beetje op de wijze waarop we vroeger met afval omgingen. Kuil graven afval storten, laagje zand erover. Letterlijk en figuurlijk.
RES leidt tot rare sprongen
Dit soort plannen is het product van de principiële fout in de RES dat door lokale opwek in de regionale energiebehoefte moet worden voorzien. Desgevraagd wil het merendeel van de inwoners dit ook niet. Ook de windturbines worden gevreesd vanwege aantasting van het leefklimaat voor mens en dier en ontsiering van het landschap.
De farce van lokaal eigenaarschap
Om de inwoners toch over te halen tot het inslaan van deze heilloze weg is het idee geboren om mensen de kans te geven financieel te participeren in de zonnevelden- en wildmolenprojecten. Het worden een soort coöperaties waar wat aan te verdienen valt. Blijkbaar een manier om mensen via geldelijk gewin te verleiden tot de uitverkoop van het landschap en de natuur. Het zal vooral mensen interesseren die géén hinder ondervinden van de collectieve zonnevelden en windturbines. Er wordt tweespalt gezaaid.
De ellende die organisatorisch en technisch zal ontstaan bij al deze kleine energiemaatschappijtjes is niet te overzien. En wat als men er – bijvoorbeeld vanwege tegenvallend rendement of technische innovatie – er geen zin meer in heeft?
Ook nu dringt zich een beeld uit het verleden op. Rondom 1900 startte de aanleg van elektriciteitsnetten in Nederland ook met lokale energie opwek. Elk dorp had zijn eigen elektriciteitscentrale (in allerlei voltages en stroomsoorten). Dat bleek al snel volkomen inefficiënt en dus ontstond een landelijk gecoördineerd stroomnet verdeeld in provinciale elektriciteitsbedrijven.
Waarom lokale opwek?
Onduidelijk is waarom in de RES de eis van het lokaal opwekken van energie is ingebouwd. Dit doen we met onze productie van voedsel, water etc. toch ook niet? Het is nu eenmaal zo dat het ene gebied zich meer leent voor energieopwekking dan het andere. De regio Amersfoort leent zich bijvoorbeeld voorlopig niet voor geothermie en is slecht gesitueerd voor het opwekken van windenergie.
Het effect van deze RES is geneuzel en gerommel in de marge, in plaats van een daadkrachtige nationale aanpak.
Lokale opwek, waar wel?
Natuurlijk is het prima om energie lokaal op te wekken waar dit geen schade oplevert voor de omgeving. Zonnepanelen op de daken is een eerste goede stap waarmee wel al zo’n 30% van onze energiebehoefte mee kunnen realiseren.
De SolaRoad propositie
Een mooi voorbeeld van innovatie lijkt het. Onlangs ontvingen de raadsleden van de firma Reanco het plan om wegen te voorzien van zonnepanelen; de SolaRoad propositie. Voordeel is dat het geen extra ruimte kost. De weg ligt er immers al. Problemen kunnen zich wel voordoen bij onderhoud. Zo ontstaat er regelmatig schade door boomwortels en dan dient zowel het fietspad als het zonnepaneel te worden hersteld. De onderhoudskosten worden daardoor hoog. Onduidelijk is verder hoe de opwek in de jaren verloopt als het fietspad door gebruik vervuild wordt, bv met zand, rubbersporen etc. Neemt de opwek dan niet af? Wie moet dat schoonhouden? Verder zijn de rendementscijfers die de firma verstrekt niet geheel in overeenstemming met elkaar. Kort en goed: het rendement van de SolaRoad zonnepanelen ligt 25% lager dan die van normale. De voorgestelde rekenvoorbeelden suggereren desalniettemin een verassend hoog rendement van de SolaRoad ten opzichte van de ‘klassieke’ zonnevelden. Meer informatie is hier nodig met betrekking tot rendement en onderhoud.
Wat windturbines betreft wordt door de voorstanders wel gezegd: als ze over 20 jaar overbodig zijn door innovatie, dan halen we ze gewoon weer weg. Uit onderzoek blijkt dat de CO2-uitstoot die gemoeid is met fabricage en sloop groot is. Het is dus juist van belang niet te verzanden in tijdelijkheden maar om de zaak gelijk goed aan te pakken.
De logische weg
Naast de lokale opwek met zonnepanelen waar dat zonder visuele- en natuurschade kan is het grootschalig opwekken van wind op zee de aangewezen weg. De capaciteit is enorm en dekt onze nationale behoefte ruim. Er zijn schaalvoordelen te behalen en de milieuschade blijft hoofdzakelijk beperkt tot de periode van aanleg. Na de bouw vormen de fundamenten van de palen een goede plek voor het zeebodemleven. Tussen de windmolens ontstaan rustgebieden voor vissen. Deze ruimte kan daarnaast worden gebruikt voor het kweken van wieren die als voedsel kunnen dienen voor mens en dier. Diverse milieuorganisaties concluderen na onderzoek dat dit een goede optie is voor het opzetten van CO2-vrije energieproductie.
Dit project zou moeten worden opgezet door een staatsbedrijf, zodat we de zaak in eigen hand houden; productie tegen kostprijs. Geen privéonderneming waarvan de aandelen bijvoorbeeld in handen van de Chinezen vallen, die dan vervolgens het prijsniveau (commercieel) gaan bepalen.
Een belangrijk voordeel is dat het bestaande distributienet voor elektra niet of nauwelijks aanpassing behoeft. Ook hier wordt dus CO2-uitstoot voorkomen. Dit in tegenstelling tot lokale opwek, dat de kostbare aanleg van nieuwe netwerken noodzakelijk maakt.
De RES in de vuilnisbak?
Nee, dat nu ook weer niet. We moeten beginnen met het volleggen van de daken. Als dat klaar is zijn we wel weer een paar jaar verder. De techniek schrijdt voort en komt met nieuwe oplossingen en ook de bouw van een windpark op zee vraag enige jaren. Wel zou het principe van lokale opwek losgelaten moeten worden en zou de mogelijkheid moeten ontstaan energie van buitenaf aan te kopen, energie die is opgewekt op locaties waar dit de minste consequenties heeft voor mens en omgeving en die gesitueerd zijn op die plekken waar opwek met het hoogste rendement kan worden behaald. Duurzame opwek op land in Nederland heeft door de bevolkingsdichtheid al snel veel consequenties en is veelal ook niet mogelijk met een optimaal rendement.
De waarde van natuur en landschap
De verstoring van ons landschap tast aan wat misschien wel ons belangrijkste ‘selling point’ van de regio is: recreatie, toerisme, een prachtige omgeving waar mensen graag naar toe komen. Vooral Soest is gelegen in een uniek overgangsgebied, van de Utrechtse Heuvelrug via hoogveen naar de laaggelegen polder. Wanneer er dan toch met eurotekens in de ogen naar onze omgeving moet worden gekeken … dan zou aantasting van het landschap wel eens het slachten van de kip met de gouden eieren kunnen zijn.
Tim de Wolf
in samenwerking met Kees Hendrikse
Tim de Wolfraadslid Raadslid Natuur en Milieu - Verkeer en Vervoer - Bestuurlijke taken
Wij leven in Soest in een mooi stuk Nederland. Willen we dit zo houden dan moeten we vanuit een duidelijke visie, gericht op de toekomst, met de wereld omgaan. Die wereld begint al in je eigen straat, sterker nog, in je eigen huis. Verstandig gebruik van ruimte, energie en water moeten een leidraad zijn.
Stuur een e-mail |