zaterdag 26 juni 2021
Soest heeft door de situering aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug een bijzondere waterhuishouding. Kwelwater vanaf de hoger gelegen delen bepaalt de natuurlijke grondwaterstand. Dit heeft onder andere geleid tot de vorming van veengebieden.
Door enkele natuurorganisaties is onlangs een ‘webinar’ en excursie georganiseerd over verdroging. Een mooie gelegenheid voor GGS om onze kennis over dit onderwerp – zo belangrijk voor de Soester natuur – te vergroten.
Verdroging is een structureel tekort aan water, zichtbaar in een te lage grondwaterstand. Droogte is een kortstondig iets. Dit hoeft geen verstrekkende gevolgen te hebben als de grondwaterstand op orde is. Hoger grondwater maakt de natuur (maar ook onze directe leefomgeving) robuuster.
Met water moeten we zorgvuldig omgaan. Het is van belang als drinkwater, het zorgt voor verkoeling, het is essentieel voor de biodiversiteit, het verhoogt de schoonheid van het landschap en heeft een belangrijke functie bij recreatie. Veel en schoon water is goed voor de natuur en voor de mens. Overstromingen willen we niet, tekorten ook niet. We zullen moeten bufferen.
De afgelopen 150 jaar heeft het accent te weinig op deze buffering gelegen. Water werd juist steeds meer afgevoerd door kanaalaanleg en ‘beekverbetering’. Verder werkten landbouwmechanisatie (drainage, ruilverkaveling en bemaling) en heideontginning tot lage grondwaterstanden. Daarbij kwam toenemende verstedelijking (verstening) waardoor plaatselijk verminderde infiltratie van regenwater en tenslotte: de onttrekking van dieper gelegen grondwater door landbouw, industrie en drinkwatervoorziening. Het gevolg: verdroging! De grondwaterstand is sinds de jaren zeventig 1,5 tot 2 meter gedaald! Verder is het oppervlaktewater nog altijd te zeer vervuild. Verlaging van grondwater kan in sommige gebieden leiden tot oxidatie van veen waardoor de CO2 uitstoot vergroot.
De berichten over de grondwaterstand zijn vaak onterecht optimistisch. Dit wordt veroorzaakt doordat elk jaar een nul-stelling plaats vindt. De toe- of afname t.o.v. het vorig jaar wordt gegeven. Dit verdoezelt dat het grondwater structureel te laag staat.
De afgelopen drie zomers waren droog, maar toch is er geen probleem met de aanvoer van water in ons land. In de afgelopen 100 jaar is de regenval met 26% toegenomen. Wèl is de verdeling van de regenval over ons land veranderd. Verder hebben we veel vaker enorme stortbuien. Dit moeten we afvlakken en spreiden door het water niet te snel af te voeren.
De sponswerking van de bodem wordt onvoldoende benut. Dit ‘reservoir’ hebben we door verlaging van de grondwaterstand permanent te leeg gemaakt. Door de sterke schommelingen in regenval moeten we het water opvangen, vasthouden en geleidelijk loslaten. Wat kunnen we doen? Verhogen van de grondwaterstand (35 cm. er bij kan zonder problemen) en verbeteren van de waterkwaliteit is de leus. Er is een heel pakket aan kansen:
Er wordt te veel op kleine schaal gewerkt, zowel in de stedelijke ontwikkeling als bij het natuurbeheer. Water stoort zich niet aan een hekje, muurtje of bebouwing. Watersystemen moeten goed in kaart worden gebracht. Het grote geheel moet worden bezien. Bij de inrichting van het land moet water (niveau en natheid) leidend zijn. Zandruggen gebruiken als reservoir, niet bouwen in lage delen, uiterwaarden, etc. maar deze benutten als waterbuffer. Gebruik de expertise van de waterschappen bij de ontwikkeling van plannen.
De sprekers waren op het webinar waren Piet Verdonschot, Patrick de Greeve en Ernest de Groot. Een deel van hun werk hebben ze in Noord Brabant verricht. Vandaar de nadruk op deze provincie in de volgende cijfers:
De natuur is de provincie Noord Brabant vraagt 50 tot 60 miljoen m3 water per jaar. Dit is ongeveer gelijk aan de officiële beregening door de landbouw. Echter, vermoedelijk ligt het cijfer voor de landbouw circa 65% hoger door illegale beregening. De beregeningsinstallaties onttrekken het water van 30 tot 50 meter diepte. De drinkwatervoorziening onttrekt 110 miljoen m3 water per jaar van ongeveer 100 meter diepte. Onttrekking van water kan leiden tot te geringe tegendruk aan de kust. Hierdoor neemt de instroom van zout water (verzilting) toe.
We moeten streven naar grootschalig beleid gericht op verhoging van de grondwaterstand en verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Water moet leidend zijn in de inrichting van ons land.
Tim de Wolfraadslid Raadslid Natuur en Milieu - Verkeer en Vervoer - Bestuurlijke taken
Wij leven in Soest in een mooi stuk Nederland. Willen we dit zo houden dan moeten we vanuit een duidelijke visie, gericht op de toekomst, met de wereld omgaan. Die wereld begint al in je eigen straat, sterker nog, in je eigen huis. Verstandig gebruik van ruimte, energie en water moeten een leidraad zijn.
Stuur een e-mail |